Bijna drie op de tien van de accountants- en administratiekantoren verwacht over 2020 een omzetdaling. Een even grote groep verwacht juist groei. Vaak spelen onderliggende problemen, meent Marcel Maassen van FullFinance. De coronacrisis heeft de acceptatie van online samenwerken versneld, constateert Stephan Burg van ConnAcct.
Een kwart van de accountancykantoren verwacht door de coronacrisis in liquiditeitsproblemen te komen, blijkt uit een recente enquête onder lezers van Accountancy Vanmorgen. Een op de vijf kantoren tot tien werknemers heeft gebruikgemaakt van coronaregelingen zoals de NOW. “Bij de kantoren die een daling van de omzet verwachten, spelen vaak al onderliggende problemen die door de crisis extra urgent zijn,” meent Marcel Maassen. “Uit onderzoek van Full Finance komt naar voren dat tussen de 20 en 23 procent van de kantoren een overwinst maakt van minder dan vijf procent van de omzet. Dan is er geen vet op de botten voor tegenvallers of een crisis.” Hij wijst ook op de benchmark van NOAB onder de eigen leden, waaruit blijkt dat de eigen beloning van een derde van de kantoorhouders lager is dan € 60.000.
Stefan Burg maakt een onderscheid tussen kantoren met veel ondernemers in sectoren waar de klappen vallen – “Dan is het logisch dat je je zorgen maakt over de omzetontwikkeling” – en de groep die in het generieke mkb opereert met een goede spreiding over de sectoren. “Die hebben een enorme veerkracht. Voor de klanten die in zwaar weer verkeren, zijn ze het eerste aanspreekpunt. Zo’n klant verlies je nooit meer als hem er doorheen helpt.”
Maassen gebruikt een rekensom om de omvang van de crisis te relativeren. “Als het BBP ruim 800 miljard euro bedraagt, dan is 6,5% krimp een verlies van 45 miljard euro. Hij maakt een vergelijking met de kredietcrisis van tien jaar geleden. Op grond van de faillissementscijfers van toen verwacht ik ook nu niet al te veel problemen voor het gemiddelde kantoor.”
Burg verwacht dat de omzetdalingen en coronacrisis een innovatieversnelling teweegbrengen. “Kantoren denken na hoe ze de omzet een nieuwe impuls kunnen geven. Er is een drang naar digitalisering als gevolg van de crisis. Die tendens om in een portal online te samenwerken is opeens geen issue meer. Het veel aantrekkelijker om dossiers uit te wisselen en projectmatig samen te werken. In die zin heeft de coronacrisis veel positiefs opgeleverd. Op de langere termijn is dat een pluspunt voor de sector. Daarmee kun je de efficiency enorm verhogen. Dat is ook nodig, gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Je moest al nadenken over slimmer werken. Dat proces wordt nu versneld.”
“Kantoren maken zich vooral zorgen over de levensvatbaarheid van klanten op wat langere termijn,” is het signaal dat Maassen in gesprekken oppikt. “Het kabinet heeft met het noodpakket de liquiditeitsproblemen vooruitgeschoven. Na kwartaal drie moet gewoon worden betaald. Zo simpel is het.” Hij meent dat adviseurs juist nú de moeilijkere thema’s ter sprake moeten brengen, zoals stoppen met de onderneming of stoppen met de zwartgeldkas. “Een klant die er na twee jaar nog geen hout van bakt of z’n zaken niet op orde heeft, kun je nu aanzetten om wat anders te gaan doen. De tijd is er rijp voor. Het gesprek aangaan met klanten is iets wat je in slechte én goede tijden moet doen.” Hij vraagt zich hardop af of wel iedere kantoorhouder dat aandurft. “Ik weet het niet. Het betekent dat je je klantenportefeuille gaat opschonen. Dat vinden veel kantooreigenaren moeilijk om te doen.”
De houding bij veel kantoren was lange tijd een van ‘het gaat toch goed zo’, stelt Burg. “Die mindset is door de huidige situatie totaal omgekeerd. Bij kantoren én ondernemers is een veel grotere acceptatie van online werken.” De kosten voor administratieve ondersteuning en advisering zullen per saldo lager komen te liggen door de digitalisering. Het vraagt om een herijking van het verdienmodel, meent Burg. “Kantoren worstelen om vanuit de traditionele modellen de nieuwe businessmodellen te ontwikkelen.”
“De basale ‘commoditydiensten’ die ondernemers nodig hebben, worden in toenemende mate in een abonnementspakket verkocht. Dat levert een vaste omzet op. Bijkomend voordeel is dat de abonnementen automatisch worden geïncasseerd, waardoor je een constante liquiditeitsstroom hebt. Diensten met toegevoegde waarde – denk aan herstructurering, de oudedagsvoorziening of financiële planning – kun je prima op offertebasis verkopen.”
Bron: &GO-magazine van NOAB